Voorlezen is goed voor de taalontwikkeling. Tijdens het voorlezen stellen kleuterleerkrachten vaak uitdagende vragen, gebruiken ze een rijke taal en voeren ze een gesprek met de kleuters over een onderwerp buiten het hier-en-nu.
Noorse onderzoekers onderzochten hoe meertalige kleuters nog meer van voorleesmomenten kunnen profiteren en werkten hiertoe samen met kleuterleerkrachten van wel 100 diverse kleuterklassen (Gröver et al., 2020). De meertalige 3- tot 5-jarige kleuters uit dit project spraken samen wel 77 verschillende thuistalen!
Helena Taelman selecteerde VIJF TIPS uit het verhaal dat onderzoekster Vibeke Gröver hierover deed op de Equality & Inclusion conferentie in Utrecht (2019):
1. Verruim je doelen
Kijk verder dan de effecten van voorlezen op de taalvaardigheid in de schooltaal, en betrek ook de thuistaal. Streef ook doelen na op het gebied van de socio-emotionele ontwikkeling.
- In het Noorse project leerden de meertalige kleuters door het voorleesproject beter om het perspectief van een ander in te nemen en een situatie vanuit een ander standpunt te bekijken.
- Hun taalvaardigheid in de schooltaal verbeterde ook, zowel wat betreft hun grammaticale vaardigheden als hun kennis van vooraf geselecteerde doelwoorden in de kinderboeken.
- Hun algemene woordenschat steeg niet, en ook niet hun vaardigheid om zelf een verhaal te vertellen.
- Ten slotte was er ook wat taalgroei zichtbaar in de thuistaal, zoals in tip 5 verder wordt uitgelegd.
2. Kies denkstimulerende boeken die de nieuwsgierigheid prikkelen
Omdat de inhoud van een boek het gesprek bepaalt, kozen de onderzoekers prentenboeken die de nieuwsgierigheid prikkelen en vragen om te redeneren.
- Vaak ging het om woordeloze prentenboeken, omdat die tot een meer interactieve manier van voorlezen leiden.
- Boeken werden per vier gegroepeerd in thema’s, vanuit de idee dat de inhouden uit het ene boek het gesprek rond het volgende boek zouden ondersteunen.
- Elk boek werd drie maal voorgelezen.

Sommige boeken leren kleuters expliciet om het standpunt van een ander in te nemen.
Zo vertelt één van de voorleesboeken uit het project over de groeiende vriendschap tussen een jongen en een pinguïn. Op een dag vindt de jongen een pinguïn bij zijn huis en hij gelooft dat die verloren is gelopen. De jongen neemt de pinguïn mee tot de zuidpool omdat hij denkt dat dit de wens van de pinguïn is. Maar als de jongen alleen wegvaart van de zuidpool, beseft hij dat de pinguïn nog treuriger kijkt dan anders. Daarom keert hij terug en treft hij de pinguïn aan terwijl die op hem aan het wachten is.
(Het boek is nog niet vertaald naar het Nederlands.)
3. Bereid doelgerichte leestips voor, om het gesprek te verrijken
Interactief voorlezen gaat beter als je op voorhand jouw vragen en uitweidingen voorbereidt, en dat doe je best door die te verbinden met doelen.
In het Noorse project waren de leestips verbonden met:

- Woordenschatuitbreiding, vb. ‘piekeren’ verklaren als ‘heel hard over iets nadenken’.
- Gevoelens en perspectiefname, vb. “Wat denk je dat de pinguïn voelde?”, “Hoe zou de pinguïn het verhaal verteld hebben?”
- Redeneren, vb. “Denk je dat de pinguïn terug naar de zuidpool wou? Waarom wel/niet?”
- Kennis, vb. bespreken wat een ‘ijsberg’ is.
4. Laat het boek verder leven in spel
Na het voorlezen, initieerden en ondersteunden de leerkrachten spel in het thema van het boek.
- Verwerkingsactiviteiten die de inhouden van het boek verder uitdiepen, bevorderen de taalvaardigheid.
- Verder leren kleuters nieuwe woorden beter wanneer ze in verschillende betekenisvolle contexten opduiken (bv. Zipoli et al., 2011), en wanneer ze in responsieve of kindgestuurde interacties voorkomen (bv. Hadley & Dickinson, 2019).
5. Gebruik dezelfde boeken thuis en op school
De Noorse kinderen kregen vier boeken cadeau, nadat die in de klas waren voorgelezen. Het ging om woordeloze boeken of meertalige boeken, die in de thuistaal voorgelezen konden worden. Aan hun ouders werd gevraagd om “met hun kleuter van het voorlezen te genieten in de taal van hun voorkeur”. Kleuterleerkrachten deden met hen een babbeltje over de voorleeservaringen van het kind op school en thuis.
Een woordeloos prentenboek en een meertalig prentenboek uit het project:


De onderzoekers onderzochten of de taalvaardigheid van de kleuters in de thuistaal steeg …
Wat een uitdaging: ze ontwikkelden taaltests voor wel 77 thuistalen!
Zelfs na het lezen van slechts vier boeken waren er positieve uitkomsten: de kinderen die meededen in het onderzoeksproject scoorden hoger op hun woordenschat, op basis van de doelwoorden uit de boeken. Daarnaast was er ook een mogelijk transfereffect: kinderen die meer woorden hadden geleerd in de thuistaal, deden het (al was dat effect eerder klein) ook beter op de woordenschattest in de schooltaal (in het Noors).
Door Helena Taelman, Onderzoeker en blogger op Kleutergewijs.be, docent taal Educatieve Bachelor Kleuteronderwijs - Odisee, de co-hogeschool (campus Aalst).
Je vindt deze tips ook op Kleutergewijs.be, de blog over innovatie en onderzoek in kleuteronderwijs, in het bericht 5 tips voor krachtige voorleesmomenten met meertalige kleuters (februari 2020).